In totaal heeft bijna één op elke tien kinderen een handicap. Dat wil zeggen dat ze een beperking hebben waardoor ze sommige dingen anders (moeten) doen dan andere kinderen. Er zijn honderden verschillende soorten handicaps, zoals cerebrale parese, syndroom van Down of autisme. Vaak worden deze onderverdeeld in ‘lichamelijke’ en ‘verstandelijke’ handicaps.